Op het einde van de 18de eeuw bestond Winkelomheide nog uit één grote heide- en duinvlakte met talrijke vijvers en vennen. De eerste bewoners van Winkelomheide zijn kleine boeren die proberen te overleven met een paar dieren. De streek is verlaten, de grond brengt niks op. De invloed van de gezinsverpleging is ongetwijfeld één van de redenen van de groei van het gehucht in de 19de eeuw.
Ferrariskaart uit 1771-1778 met onderaan de Winkelomseheide en de Eindhoutseheide.
Zoals je op de Ferrariskaart kan zien, bestond Winkelomheide op het einde van de 18de eeuw nog uit één grote heide- en duinenvlakte met talrijke vijvers en vennen. Deze vennen zijn voorgesteld als groene eilandjes in de heide. Het gebied langs de Nete-rivieren en de Scherpenbergenloop is groen ingekleurd d.w.z. dat het moerassige weiden zijn.
Vanaf Winkelom kan je zien dat er geen echte wegen zijn, maar wel heidepaden die door de Winkelomse- en Eindhoutseheide kronkelen.
Vermoedelijk situeren de volgende punten zich in 2024 als volgt:
Het duurt tot in het begin van de 20ste eeuw vooraleer Winkelomheide één verharde weg telt. In 1909 werd de Winkelomseheide – na jaren van discussie tussen de naburige gemeentes – de eerste verharde staatsbaan.
De discussies over de verharding hadden te maken met de keuze van het traject. Eerst startte men met de intentie om de weg naar Tessenderlo te verharden. Toen kwam, vooral vanuit Geel, het plan om de weg van Geel naar Diest te verharden. Uiteindelijk na veel commotie en vergaderen werd in 1898 beslist om zowel de vertakking naar Tessenderlo als naar Diest te verharden.
Op sommige staatsbanen moest eerst tolgeld betaald worden vooraleer men met het gespan de baan wilde gebruiken. Een ambtenaar controleerde hoeveel assen de kar had en berekende hoeveel men moest betalen. Dit kan je nu vergelijken met de verkeersbelasting; des te meer pk’s des te meer belasting.
Op deze postkaart van de pastorij, gebouwd in 1908, zie je duidelijk dat de Winkelomseheide nog een zandstraat is. [Foto: L. Peeters]
Alle straten in de Hei behalve de Winkelomseheide waren tot 1960 nog zandstraten. Waarschijnlijk was de Kemeldijk de volgende straat die in 1965 een ‘bitumeuze’ verharding kreeg, zeg maar een asfaltlaag.
Afbeelding 1: aansluiting Gemeenteheidestraat met Maneshoeven. Zicht in de Gemeenteheidestraat. (ca 1966)
Afbeelding 2: Gasthuisheide (ca 1965-1969) [Foto: Willem Van Broeckhoven]
Afbeelding 3: Gemeenteheidestraat, richting vanaf Maneshoeven naar Kemeldijk (ca 1966)
Afbeelding 4: Gemeenteheidestraat, riichting vanaf Kemeldijk naar Maneshoeven (ca 1966)
Afbeelding 5: Gemeenteheidestraat en kerk (ca 1955) [Foto: H. Brabants-Hendrickx]
Afbeelding 6: zicht door de Gasthuisheidestraat vanaf aansluiting met Winkelomseheide (ca 1966)
Tot na Wereldoorlog II werden in Winkelomheide officieel geen straatnamen gebruikt in de adresvermelding. Elke woning had als adres: Winkelomheide en het huisnummer.
Winkelomheide nr. 1 begon aan de splitsing naar Zittaart, Wilders en Winkelomheide centrum. De hoogste nummers bevonden zich ter hoogte van het Albertkanaal in de Eindhoutseheide en later in de Scheplakens. Uiteraard gebruikten inwoners uit Winkelomheide wel straatnamen.
Voor de volkstelling op 31 december1960 vond het gemeentebestuur het noodzakelijk om de huizen te hernummeren en nieuwe straten een naam te geven. In totaal kregen 49 straten in Geel een nieuwe naam waarvan 5 in Winkelomheide.
In Winkelomheide werden alle straten naar een boomsoort genoemd: Acaciastraat, Bremstraat, Dennenstraat, Lindenstraat, Wilgenstraat. In andere parochies zoals in Holven, kregen de straten een vogelsoort in hun nieuwe naam, in St.-Amands werden ze naar bloemsoorten genoemd.
Bronnen:
Boek: Van ‘Zeeuwsche Putten Dyck tot Heiknuitersstraat’. Het verhaal van de straten van Winkelomheide, René Veraghtert, 2007
Ferrariskaart, geopunt.be
Foto’s: collectie René Veraghtert